Jacobus Colen Petersz, was een zoon van Peter Colen en Engelken van Merlaer. Hij was getrouwd met Catharina dochter van Cornelis Nijlis. Samen hadden zij acht dochters. Broeder OLV Broederschap (rekeningen 1536-37). Proost in 1539, 1540. Requiem 1 augustus 1545. Hij was een z.g. "late intreder", d.w.z. hij is pas op latere leeftijd lid geworden van de OLV Broederschap, na zijn periode als schepen van 's-Hertogenbosch. (Obituarium, fol. 36: Jacobus Colen filius Petri senatoris). Uit rekeningen van 1540, 1541 blijkt dat hij aan de Broederschap o.a. een rozenkrans heeft geschonken met een vergulde Agnus Dei, waarde 20 gulden met als voorwaarde dat het niet verkocht mocht worden maar een sieraad was voor het Mariabeeld. Hij leverde in 1513 ijzer en lood aan de stad 's-Hertogenbosch hetgeen misschien iets zegt over zijn beroep. Hij erfde een huis temidden van het Huis van Cloetingen in de Hinthamerstraat dat hij vergrootte met een belendend pand dat hij in 1533 aankocht. Dit huis kwam uit bij de zusters van de Orthenstraat. In 1517 kocht hij een boerenhoeve op de Mugheuvel te St. Michielsgestel van zijn broer Claes. In 1528 leende f 1600 aan de kwartieren van de meierij ter bekostiging van de Gelderse oorlog. Hij was schepen (1531 en 1541) en deken van de Oude Schuts in 1515 en 1530, tevens provisor van de Sacramentsbroederschap. Ook is hij, samen met drie andere raadsleden, in januari 1543 benoemd tot aalmoezenier van de stad. Als aalmoezenier moest hij samen met de drie anderen, alle zondagen rond gaan in de St. Jan voor de z.g. huisarmen, die niet van openbare aalmoezen leefden. Samen met die andere "aalmoezeniers" bezocht hij elke week de huisarmen en bedeelden. Om onduidelijke redenen heeft dit slechts tot Pasen van dat jaar bestaan.1 |
Noten | |
1. | CH.C.V. Verreyt en W.J.F. Juten, 'Noord Brabantse schepenzegels' in: Taxandria (1899) 234-235 (met zegelstempel) |
Bronnen | |
• | Dr. Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (Zutphen 2012) |
• | A. Schuttelaars, Heren van de Raad (Nijmegen University Press 1998) |
• | L.F.W. Adriaenssen, 'De erfgenamen van heer Ghijsel Back' in: Taxandria (1993) |
• | CH.C.V. Verreyt en W.J.F Juten, 'Noordbrabantsche zegels IV' in: Taxandria (1899) 234-235 |
Geboren 1483'84, overleden 29 juli 1545Bestuurlijke functiesSchepen 1531 41Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe BroederschapNaam: Jacob Peter ColenInschrijving: 1536 Overlijden: 29 juli 1545 Requiemmis: 1 augustus 1545 Proost: 1539 BijzonderhedenHij was deken van de oude schuts in 1515 en 1530 en trad bovendien op als provisor van de Sacramentsbroederschap. |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschJacobusColen Petersz. Raed deser Stad. 1545 overleden 29 julii | 87v |
zilver, gegoten, gesneden diameter: 2.6 cm dikte: 0.2 cm hoogte: 1.9 cm gewicht: 12 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een eenvoudig bewerkt handvat (voluutvormig met driepasvormige opening) en in gotisch schrift: Jacop colen. Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van drie cirkels. Een versierde zespas omsluit een half-cirkelvormig schild. Heraldische beschrijving: een zoom; een klimmende vos, met rechts daarvan een ladder en links een gestileerde (bos?) boom. |
Gemeente-Archief 1531 Zilver | 10 |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 213-214
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 40n
A. Schuttelaars, Heren van de raad (1998) 275, 372, 397, 456